1. Kies de juiste planten voor jouw situatie
Niet elke klimplant groeit goed op een pergola. De plek in de tuin is belangrijk, net als het materiaal van de constructie. Sommige planten houden van veel zon, andere doen het beter in de schaduw. Als je pergola vrij staat in een zonnige tuin, kun je bijvoorbeeld kiezen voor blauwe regen, clematis of kamperfoelie. Deze bloeien uitbundig en hebben een sierlijke groei. In een meer beschutte tuin zijn klimhortensia of klimop weer betere keuzes. Deze kunnen ook in de schaduw goed groeien en vragen weinig onderhoud.
Let er ook op of je een snelle groeier wilt of juist een plant die rustig de tijd neemt. Snelle groeiers geven snel resultaat, maar kunnen ook sneller woekeren. Een rustige groeier zoals Toscaanse jasmijn heeft een langere opbouw, maar is makkelijker in toom te houden.
2. Denk na over ondersteuning en geleideling
Een pergola is stevig, maar niet alle planten vinden vanzelf hun weg omhoog. Veel klimplanten hebben iets nodig om zich aan vast te hechten. Denk aan spandraden, houten latten of een klimplantenrek. Bij een houten pergola is het vaak eenvoudig om steunpunten aan te brengen. Bij een aluminium model is het slim om losse leidraden te spannen of plantenbakken met rekken te plaatsen naast de constructie.
Het is belangrijk dat je de planten op de juiste manier leidt. Jonge scheuten kun je voorzichtig met plantenclips of binddraadjes vastmaken aan de staanders of liggers van de pergola. Zo help je de plant de juiste richting op. Een goede begeleiding in de eerste jaren zorgt voor een nette groei in de toekomst.

3. Combineer begroeiing met lamellen of doeken
Veel pergola’s van Lamella zijn uitgerust met lamellen of doekoverkappingen. Deze zorgen voor verstelbare schaduw, maar kunnen prima worden gecombineerd met groen. Zorg er wel voor dat klimplanten niet in het mechanisme groeien. Richt de planten vooral op de zijkanten of op een apart net langs de buitenkant. Zo blijft de techniek goed werken, terwijl je toch geniet van een natuurlijke uitstraling.
Een goed voorbeeld is het gebruik van druivenplanten. Deze kunnen geleid worden langs de buitenzijde van de pergola. In de zomer geven de bladeren verkoeling en in de nazomer kun je zelfs genieten van eigen druiventrossen. Ook rozen of passiebloemen doen het goed in combinatie met lamellen, zolang ze niet te dicht op het draaiwerk worden geplant.
4. Houd rekening met onderhoud
Een pergola met klimplanten is prachtig, maar vraagt wat meer onderhoud dan een constructie zonder groen. Klimplanten kunnen flink groeien en moeten op tijd worden teruggesnoeid. Als je dat niet doet, bestaat de kans dat ze het hout of aluminium beschadigen of onderdelen blokkeren. Het is slim om in het voorjaar en najaar de planten te controleren en waar nodig terug te knippen.
Bij bloeiende planten zoals blauwe regen of clematis is het belangrijk om op het juiste moment te snoeien. Als je dat niet doet, bloeien ze minder of helemaal niet. Sommige planten, zoals klimop, kunnen ook verkleuring veroorzaken op aluminium delen. Regelmatig reinigen voorkomt dit probleem.
5. Maak er een groene leefplek van
Met de juiste planten maak je van je pergola een verlengstuk van je leefruimte. Je kunt een groene tunnel creëren die schaduw geeft op warme dagen, of een bloeiende boog die elk voorjaar tot leven komt. Combineer verschillende planten voor een speels effect: bijvoorbeeld een mix van bloemen en groenblijvende soorten. Zo ziet je pergola er het hele jaar aantrekkelijk uit.
Ook geur speelt een rol. Planten zoals kamperfoelie of jasmijn verspreiden een zachte, aangename geur die bijdraagt aan de sfeer. In combinatie met een fijne zitplek, een eettafel of buitenkeuken onder de pergola ontstaat er een tuin waar je écht graag bent.